Circulair bouwen voor particuliere (ver)bouwers

Circulair bouwen draait om het sluiten van kringlopen in de bouw en om het reduceren van bouwafval. Dat kan je bereiken door materialen te gebruiken die recupereerbaar, recycleerbaar of afbreekbaar zijn. Door systemen te plaatsen die demonteerbaar zijn. En door een gebouw flexibel te ontwerpen, zodat het tijdens zijn levensduur verschillende invullingen kan krijgen. Geen gemakkelijke opgave voor particuliere (ver)bouwers. Anne Paduart (onderzoeker bij VITO) en Stijn Brancart (expert circulair bouwen bij VIBE en onderzoeker bij VUB) maken de vertaalslag en geven tips.

Hoe haalbaar is circulair bouwen voor particulieren?

Anne Paduart: “De vraag is: hoeveel tijd kan je er aan besteden? Een gebouw circulair ontwerpen is nu nog veel zoeken, uitvissen en maatwerken. Maar als je die tijd hebt, kan je nu al zo ver gaan als je wil. Hoe meer voorbeeldprojecten er komen in de toekomst, hoe sneller bepaalde circulaire oplossingen en principes ook standaard zullen worden.”

De vraag is: hoeveel tijd kan je er aan besteden? 

Stijn Brancart: “In feite is circulair bouwen niet zo heel moeilijk. Veel principes zijn ook niet nieuw. Met een goede dosis gezond verstand zal je al ver geraken. Toch is het belangrijk om realistische doelstellingen te stellen. Leg je de lat te hoog, dan ga je mogelijk de mist in. Circulair bouwen is ook geen doel op zich, het is slechts een middel om de impact van onze gebouwen te verlagen. Wat 100% circulair lijkt op de tekentafel is dat niet gegarandeerd in de praktijk. Daarom is het belangrijk heel praktische vragen te stellen: wat gebeurt er met dit materiaal als ik het ooit wil vervangen, of als het onderhoud nodig heeft? Kan ik het gemakkelijk verwijderen en wat gebeurt er met de andere materialen die ik eraan verbind? Als bouwheer sta je het dichtste bij het project en kan je deze vragen het best beantwoorden.

Kiezen voor renovatie en hergebruik van bestaande materialen is alvast een goede eerste stap. Die keuze kan elke particuliere (ver)bouwer alvast zelf maken. Maar ook goede afspraken met architect en aannemer zijn belangrijk. Circulair bouwen is voorlopig nog niet de gangbare praktijk, dat vraagt dus engagement van het volledige bouwteam.”

Maakt circulair bouwen een project duurder of goedkoper?

Stijn Brancart: “De meest eenvoudige circulaire oplossingen zijn vaak het meest interessant. Die zijn vaak goedkoper en besparen tijd. Demonteerbaar bouwen hoeft helemaal niet complex te zijn!”

Anne Paduart: “Circulair bouwen zie je bij particulieren vaak samengaan met zelfbouw. Die drukken de kosten door veel zelf te doen. Gerecupereerde planken, stenen of tegels moeten soms eerst schoongemaakt worden, bijvoorbeeld. Daar is veel manueel werk aan. Maar een zelfbouwer kan dat allemaal zelf doen en zo een stuk van de kosten uitsparen. Ook op het zoeken, demonteren en stockeren van de materialen, trouwens.

De meest eenvoudige circulaire oplossingen zijn vaak het meest interessant. Die zijn vaak goedkoper en besparen tijd. 

Stijn Brancart: “Kies je voor recuperatiematerialen, dan zijn die niet altijd goedkoper. Maar tweedehands materialen hebben hun kwaliteit wel al bewezen. Wees altijd kritisch: wat heb je echt nodig, en wat heeft de meeste impact?”

Anne Paduart: “Als het gaat om grotere, circulaire bouwsystemen, dan valt de investeringskost doorgaans wel hoger uit. Maar dat resulteert ook in een gebouw dat gemakkelijker aan te passen of te onderhouden is, en langer meegaat. Daardoor dalen de totale levenscycluskosten van het bouwwerk. Er wordt veel mogelijk als architecten en bouwheren dat totale plaatje bekijken, in plaats van zich blind te staren op de investeringskost.”

Waar kunnen (ver)bouwers terecht voor recuperatiematerialen?

Anne Paduart: “Er bestaan tegenwoordig verschillende kanalen om materialen en producten die je van de hand doet aan te bieden aan andere verbouwers, of om er te kopen. Ik denk dan aan sites zoals tweedehands.be, lokale weggeefwebsites of Facebookgroepen. Soms komt de koper de elementen dan zelf demonteren, zodat ze in goede staat blijven. Dat geeft jou minder werk. Voor de specialere stukken, zoals bijvoorbeeld antieke verwarmingstoestellen of oude deuren, bestaat er zowel een professionele als particuliere markt.

De kunst bestaat erin om de materialen die niet hergebruikt kunnen worden zo goed mogelijk te sorteren en naar recyclageparken af te voeren. Zo kan van gipskarton bijvoorbeeld opnieuw gipskarton gemaakt worden.”

Stijn Brancart: “Het gemakkelijkste is als je een manier vindt om de materialen zelf opnieuw te gebruiken in je eigen project. Maar sommige producenten nemen al materiaal terug, al zullen ze dat gemakkelijker doen bij grote hoeveelheden. Je hebt ook RotorDC, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het demonteren en verkopen van afwerkingsmaterialen. Op hun webplatform kan je intussen zelf ook al materiaal aanbieden. En de lokale initiatieven, natuurlijk. In afwachting van een meer georganiseerde, overkoepelende aanpak is creativiteit opnieuw troef.

Waar kunnen particuliere (ver)bouwers terecht voor advies of begeleiding rond circulair bouwen?

Stijn Brancart: Als particulier kan je het best bij de Provinciale Steunpunten voor duurzaam bouwen en wonen terecht. Kies voor een architect en aannemer die jouw visie delen en weten waarover ze spreken. Ervaring met circulair bouwen is top, maar een open geest en een positieve ingesteldheid zijn zeker al een goed begin. Bij VIBE geven we geen persoonlijk advies aan particulieren, maar geven we wel vormingen en werken we heel wat informatie uit, zoals de Bouwcatalogus veranderingsgericht bouwen in opdracht van de OVAM.

Kies voor een architect en aannemer die jouw visie delen en weten waarover ze spreken. 

Anne Paduart: “Je kan ook inspiratie halen uit andere circulaire bouwprojecten. Er zitten er verschillende in de pijplijn, zoals ‘t Centrum van Kamp C en De Potterij in Mechelen. En neem ook eens een kijkje op de website van Vlaanderen Circulair.”

Wat is je advies aan beginnende particuliere (ver)bouwers?

Stijn Brancart: “Waag de sprong, maar maak het vooral niet te moeilijk! Ik zie vaak erg complexe systemen ontstaan om demontage en hergebruik mogelijk te maken, maar zo moeilijk hoeft dat absoluut niet te zijn. Veel oplossingen zijn immers niet nieuw en hebben hun nut al bewezen. Met een goede vakman komt dat wel in orde, of misschien kan je het zelf. Als het te complex wordt, raak je snel gedemotiveerd. Die complexiteit zal zich trouwens ook in een extra kost vertalen, zowel economisch als ecologisch.”

Anne Paduart: “Maar een goeie denkoefening doe je wel best op voorhand. Maak een plan op van het gebouw: hoe zal het ingevuld worden over 10, 20, 50 jaar? Bedenk een paar mogelijke scenario’s, en toets die af aan je bouwplannen. Droom je ervan ooit je eigen zaak te starten, en heb je dan een praktijk of winkelruimte nodig? Wat als de kinderen het huis uit zijn? Kan je er gemakkelijk een kangoeroewoning van maken? Moet er ooit een uitbreiding of bouwlaag bijkomen? Denk toekomstgericht. En zorg ervoor dat de zaken die later aangepast moeten worden, gemakkelijk aan te passen zijn. Door niet alle leidingen en buizen helemaal in te kapselen in de muren, bijvoorbeeld. Of door stenen ouderwets te metsen in plaats van te verlijmen. Gebouwen evolueren altijd sneller dan we denken.”

Wat is de meest gestelde vraag rond circulair bouwen?

Anne Paduart: “Architecten vragen vaak: ‘Moeten we dat er nog eens bovenop bijnemen als randvoorwaarde?’. Maar wat mij betreft is circulariteit geen randvoorwaarde. Het maakt deel uit van de basis. Architecten krijgen dit bovendien mee in hun opleiding, als een inherent onderdeel van de gebouwen van de toekomst.”

Je kan een demonteerbaar gebouw ook slopen en op de container gooien. Wat heb je dan bereikt? Circulariteit gaat ook om het beheer gedurende de volledige levenscyclus. 

Stijn Brancart: “Mensen vragen wel eens naar een circulaire score. Welk product scoort het best en welk project haalt het meest circulaire punten? Dan moet ik hen teleurstellen, want zo gemakkelijk is dat helaas niet. Circulariteit zit hem niet enkel in ontwerp en uitvoering, maar ook in het beheer gedurende de volledige levenscyclus van een gebouw en haar materialen. Je kan een demonteerbaar gebouw ook slopen en op de container gooien. Wat heb je dan bereikt? Eventueel kan je het circulair potentieel meten, maar ook dat is enorm complex. Er is niet één manier om circulair te bouwen. Net daar zit de kracht, dat iedereen er zijn eigen weg in kan vinden en er op zijn eigen manier aan kan bijdragen. Ik zie steeds meer architectenbureau’s en producenten die zo’n weg vinden. Het zou een oversimplificatie zijn om die ten opzichte van elkaar te gaan scoren.”

Hoe ver staan we nog van het mainstream worden van circulair bouwen?

Anne Paduart: “Er moet nog hard gewerkt worden, zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde. Eenmaal (ver)bouwers op de hoogte zijn van wat er allemaal kan, zullen ze hun vragen rond circulair bouwen explicieter kunnen stellen aan hun architect. Vervolgens volgt het aanbod ook de vraag, dus hoe meer vraag naar circulaire systemen, diensten en aannemers, hoe sneller het aanbod zal groeien.

Dit artikel kadert binnen het project C-bouwers, en werd gerealiseerd met de steun van de provincie Vlaams-Brabant. Het verscheen eerder op Ecobouwers.be

Een project van